woensdag 18 januari 2012

De Profeet (excerpt 6)

De gerechtelijk psychiater nam trots een goedkoop plastic mapje uit zijn aktetas, waarin hij een zeer precies beeld had geschetst van de psychopaat die door de pers de Biechtvader en de Profeet was gedoopt. “We hebben te maken met een schizofrene narcistische psychopaat”, begon hij. “Deze man van middelbare leeftijd is hooggeschoold en leeft geïsoleerd van zijn omgeving. Hij is niet sociaal vaardig, waarschijnlijk te wijten aan een jeugd zonder geborgenheid. Een van de ouders of beiden zijn waarschijnlijk overleden toen hij jong was. Hij is bijzonder intelligent en overtuigd dat zijn daden gerechtvaardigd zijn. Hij doodde tot hiertoe enkel mannen. We kijken naar een traumatische angst voor of ziekelijke verering van vrouwen. Zijn slachtoffers waren allen willekeurig op het ogenblik zelf gekozen. Hij kiest zijn slachtoffers vanuit een soort zuiverheidsprincipe. De eerste man was ongemanierd, de tweede was ongeschoold, de laatste was pervers in zijn ogen. Hij voelt het als zijn taak om de wereld te zuiveren van verdorven elementen. Hij zal hiermee pas stoppen van zodra we hem te pakken hebben.”
“En hoe doen we dat?” vroeg de commissaris, die onderuit gezakt het betoog had zitten volgen.
“Hij mengt zich waarschijnlijk niet onder het publiek, leeft ergens alleen, afgesloten, heeft geen vrienden, … We kunnen enkel hopen dat we in de buurt zijn wanneer hij een volgende keer toeslaat.”
“Een volgende keer toeslaat?”, de commissaris ging nu fors rechtop zitten. “De hele bedoeling is dat er geen volgende keer komt! Hoe vinden we die kerel?”
“Dat is uw werk…, daarbij kan ik u niet helpen. Zorg gewoon dat hij u niet vindt. Met deze jongen kunnen we niet onderhandelen. Iedereen in de stad moet op zijn hoede zijn…” Hij stopte zijn mapje weer weg en stond op. Bij de deur draaide hij zich om: “Dat is misschien de keerzijde van dit hele drama. Iedereen zal zijn best doen om een beetje beschaafd te doen in het openbaar. Dan is hij er in zijn eentje alvast in geslaagd om het werk van ons allemaal te doen.” Een flauwe glimlach speelde om zijn lippen, toen hij knikte en weer vertrok.

1 opmerking:

  1. Ok, de plotwendingen worden dramatischer en de autobiografische verwijzingen iets minder expliciet (enfin, dat hoop ik toch :-) ) Ik kijk uit naar het volgende tipje van de sluier...

    BeantwoordenVerwijderen