woensdag 14 maart 2012

Sierre

De zon kwam niet op vanmorgen,
en dat maakte me bang
om zó voor jou te willen zorgen,

want vandaag ben je hier nog,
maar geldt dat ook voor morgen?

Waarom moet het telkens eerst winter zijn
vooraleer het weer lente mag worden?

dinsdag 13 maart 2012

Dictators en weight-watchers

Er staan vandaag twee artikels in de krant die me een erg ongemakkelijk gevoel geven. 
Gisteren is er een man de moskee van Anderlecht binnengewandeld, heeft enkele keren "Syria" geroepen en heeft vervolgens met een bidon vol benzine de moskee in brand gestoken. De imam overleefde de brand niet. Ik lees verderop in het artikel dat de dader een Maghrebijnse jongeman is. De materie is me ongetwijfeld te complex om te begrijpen waarom een jonge moslim zijn eigen gebedshuis binnenstapt om een politiek statement te maken. 
Maar ik maak me zorgen om iets anders: de reactie van de modale VTM-kijkende Vlaming. Bijna wenste ik dat de dader een Vlaamse rechts-nationalist was en dat Anderlecht dagenlang zou worden ondergedompeld in hevige protesten van verontwaardigde allochtone jongeren. Want dit zullen ze niet begrijpen, onze trouwe Familie-kijkers. Dit is voor hen voldoende voedsel om hun bekrompen 'zie je wel dat ze allemaal hetzelfde zijn'-mentaliteit weer voor maanden te voeden. 

En dat brengt me naadloos bij het tweede artikel, dat me zo mogelijk nog meer vrees voor de toekomst inboezemt. Volgens een opiniepeiling zal de NVA bij de volgende regionale verkiezingen op 38% van de Vlaamse stemmen kunnen rekenen. Evenveel als de drie traditionele partijen samen. Dat begrijp ik nog veel minder dan wat die jongeman deed. 
Waarvan is iedereen zo bang? Waarom kiezen we om geleid te worden door mensen die als ze vooruitkijken enkel slechte dingen zien? Ik begrijp niet hoe we als mensen moeten groeien door een groot hek te plaatsen rond alles wat van ONS is en op dat kleine lapje grond luidkeels Vlaamsche liederen brullen uit voorbije eeuwen omdat we daarin onze identiteit menen te moeten vinden. Ik snap niet goed hoe territoriale politiek werkt. Moet ik dan gaan wonen in de gemeente waar ik werd geboren? Tot welk VOLK behoor ik dan eigenlijk? Want met hoe minder we zijn, hoe makkelijker we onszelf kunnen stereotyperen. Zodat iedereen die een andere taal spreekt, een andere afkomst heeft, een andere spirituele waarheid verkondigt, een andere genetische code heeft, een culturele abnormaliteit vertoont, kortom iedereen die ANDERS is, als een bedreiging wordt gezien. 
Ik hoor niet bij het volk van trekkersliederen en vendelzwaaiers. Ik hoor niet bij het volk dat geschiedenis verloochent. Ik hoor niet bij het volk dat haar leiders leuk moet vinden in spelletjesprogramma's. Ik hoor niet bij het volk dat denkt dat vooruitgang kan worden bereikt met het 'neen-compromis' en de 'nultolerantie'. Wie zijn die mensen? Hoe gesloten is de geest van iemand als die voor zichzelf heeft uitgemaakt dat zijn door zuiver toeval gecreëerde genencombinatie hem recht geeft op een stuk oppervlak van de planeet. En daarenboven meent dat andere mensen niet over datzelfde recht mogen beschikken als ze niet identiek aan hem zijn. En of ze nu Syrische dictators zijn of Antwerpse weight-watchers, iemand zal hen moeten uitleggen, dat ze geen van beiden de voetnoten zullen halen van de annalen van de mensheid. En als ze dat wel doen, dan zal het zijn op de historische dag dat de mensen hen hebben getoond hoe verkeerd ze wel waren.

Het zijn trieste tijden. Leg dat alvast aan je kinderen uit.

donderdag 8 maart 2012

Een bordeaux en een trampoline

"Ik moet me dringend aan iets ergeren. Anders kan ik mijn blog evengoed nu al opdoeken." Met die ingesteldheid vertrek ik op weg naar huis. Maar ik voel dat het moeilijk gaat worden. De zon schijnt en Florence and the Machine klinkt door de luidsprekertjes van mijn muziekspeler. Op de weg naar het station lopen er vandaag bovendien opvallend veel mooie mensen rond. Ik betrap me er op dat ik glimlach naar iedereen met wie ik oogcontact maak. Wat vreemd... 
De trein die ik normaal gezien neem, is afgeschaft. Daar gaan we, ik kan me beginnen opjagen, maar dat duurt niet lang want ik merk dat er al een volgende is die over twee minuten al aankomt. Dat valt mee, of net niet.... Op het perron is het een drukte vanjewelste, niet mijn favoriete biotoop. En als de trein het station binnenrolt, blijkt die maar drie coupés te tellen. Ik bereid me voor op een stormloop aan de openschuivende deuren, terwijl ik op het perron doorwandel naar de laatste coupé die aan me was voorbij gerold. Vreemd genoeg lijkt het of iedereen plaats voor me laat, want ik kan doorwandelen tot vlak bij de deur. Ik ben zo verrast dat ik de jongeman die naast me staat eerst laat instappen. De coupé is leeg en ik kan makkelijk plaats nemen aan een tafeltje. De massa van het perron begint nu de trein te vullen. Er blijft geen enkele plaats vrij. Aan de overzijde van de gang zit een klein meisje me aan te staren. Ze is amper een jaar of zeven oud en lijkt zo weggelopen uit een Oilily-reclame. Met een ernstig gezicht schikt ze haar lange blonde haren rond alle accessoires die in de war raakten bij het uitdoen van haar jas. Ondertussen zijn rondom mij, drie andere reizigers komen zitten. Tussen de stoelen door zie ik een meisje zitten die zulke grote ogen en hoge wenkbrauwen heeft, dat ze er de hele rit uitziet alsof ze stomverbaasd is. 
Om de tijd te doden stuur ik een berichtje naar een zieke collega om te horen of het al beter gaat en als een volleerd altruïst maan ik Florence aan om wat zachter te zingen, voor mijn medereizigers. Vreemd....

Als ik het station uitwandel begint Florence weer luider te zingen. Een vlucht duiven danst hoog in de blauwe lucht  met me mee. Opnieuw lijken er vooral mooie mensen op straat te zijn. Iets wat ik niet gewend ben in mijn thuisstad. Op het einde van de straat staat een oude schooier achter de bushalte te urineren. Zomaar, op het voetpad. Genoeg om in elke cynische misantroop een tirade over de teloorgang van de genormeerde civilisatie te katalyseren. Maar niet vandaag,...ik grijns enkel bij de aanblik van de mensen in de bushalte. Wat een dag! Een labrador met overgewicht volgt me aandachtig terwijl ik de straat over steek. 

Wanneer ik de parking van het ziekenhuis over moet, bereid ik me voor op wat ellende. Gedaan met glimlachen voor vandaag. Maar halverwege kruis ik een vrouw en haar zoontje die een bejaarde dame in haar kamerjas over de parking wandelen. Even oma van de kamer gehaald, want de zon schijnt. Dat zal ze leuk vinden. Oma slentert aan de arm van haar dochter. Haar pantoffels zijn helemaal versleten, maar ze glimlacht vriendelijk terug als ik even met mijn hoofd knik. Weer op het voetpad, maak ik plaats voor een hoogzwangere vrouw die met een ernstige blik komt afgewaggeld. Haar echtgenoot loopt achter haar met een kinderwagen die hij met één hand probeert te besturen. In zijn andere hand houdt hij zijn gsm waarin hij een druk gesprek voert. De kleine peuter in de kinderwagen zit pal rechtop en kijkt me met grote blauwe ogen aan terwijl ik plaats ruim. Ik kan niet anders dan breed glimlachen. De kleine lijkt me te begrijpen. 

Een paar meter voor de voordeur zie ik de achterbuurman komen aanwandelen. We begroeten elkaar hartelijk. Allebei duidelijk in een goede bui. Ik vertel hem, uiteraard, over de urinerende schooier en hoe de zon en Florence me al de hele weg begeleiden. We maken een afspraak om snel eens samen een flesje wijn te kraken op hun terras. Hij zorgt zelfs voor een warmtestraler. Ik beloof om voor een trampoline te zorgen. Vreemd...