zondag 26 december 2021

Het Verlangen Onverstoorbaar te Leven

Het is weer die tijd van het jaar. Mensen verpakken zich gezellig in de wolligheid van de feestdagen. Misschien nog meer dan andere jaren. Omdat we de afstand moe zijn. Het afgescheiden zijn. We hebben nood aan samen-zijn rond alle attributen die ons in deze periode worden aangeleverd. Sparrenbomen, lichtjes, pakjes, goede voornemens, kalkoen- of everzwijngebraad met kroketten en een quinoa-schotel voor die zus die vegan is geworden en wijn … veel wijn. De obligatoire discussies rond de feestdis. De frustraties. Samen reminisceren over hoe vroeger toch alles zorgelozer leek. Samen dromen over hoe het binnenkort allemaal opnieuw eenvoudiger wordt. We zijn moe. Het duurt zo lang. Voeg daarbij de normale besognes waar iedereen voor zichzelf nog mee worstelt, de tijdloze issues: gezondheid, liefde en verdriet, eenzaamheid, armoede, …

Heb jij dat ook? Dat dualisme op deze dagen? Enerzijds ongestoord conventioneel meedoen met de gecommercialiseerde verjaardag van een monotheïstische profeet, die geseculariseerd werd tot een feest voor familie en warmte en anderzijds hoofdschuddend kijken naar de pastiche die we ons jaarlijks laten verkopen om dan de trivialiteit van het pakjesopenmakenritueel weer in vraag stellen? Als iedereen weer thuis is van het indigestieve feestmaal is er uiteindelijk niets veranderd. We ondergaan allemaal gewoon opnieuw onze eigen realiteit. Op zoek naar een uitweg. Op zoek naar een of andere bovenmenselijke kracht om ons lot zelf vorm te kunnen geven. Om los te komen van alle dwingende spelers die ons lot mee vormgeven. In ons verleden, maar ook vandaag weer en morgen opnieuw. Niemand van ons creëert zijn eigen realiteit. We zijn allemaal een genetische toevalligheid, veroordeeld tot de modaliteiten van onze tijd, onze omgeving en onze samenleving. Wie ontsnapt daaraan? Wie durft er zeggen dat hij of zij het leven leidt dat hij voor zichzelf zo ook effectief zou hebben uitgetekend als er geen maatschappelijk mal voorzien was?

Het is steeds hetzelfde motief. Als er dan al een retrospectieve periode is in het jaar, zijn het deze weken wel. Wie durft vrede nemen? Tevreden zijn? Het had allemaal zo anders kunnen lopen. Beter? Dat weet ik niet. Maar anders. Dat wel. Elke beslissing die we zogenaamd namen, elke keuze waar we voor stonden. Het bewijs van onze vrije wil? Ik denk het niet. Er is geen vrijheid als je keuze bestaat uit het reduceren van reeds bestaande hypotheses naar degene die je existentieel het minst weerstand oproept.

Verlangen

“Het leven dient om nu te leven,”, zei Epicurus, “de dood gaat ons niets aan.” Hij predikt een leven waarin het hoogste goed bestaat uit het nastreven van lichamelijk en geestelijk genot. Lichamelijk genot als in de bevrediging van onze behoeftes. Geestelijk genot als in het nastreven van de gemoedsrust, de onverstoorbaarheid. Leven met het langetermijndoel om onze verlangens te vervullen. “Verlangens die niet tot pijn leiden indien ze onvervuld blijven, zijn niet-noodzakelijk.” Waar ligt jouw pijn? Welk verlangen heb jij verwaarloosd in dit leven?

“Elke dag is een dag meer, is een dag minder.”, zo vat puntdichteres Ruth Van de steene het zo mooi samen. Onze tijd is eindig en tijd laat zich niet afremmen of tot stilstand brengen. Hoe zeer we dat ook proberen als we momenten willen koesteren en vasthouden. Telkens we willen vermijden dat het al te snel morgen wordt. Kijk jij uit naar alweer een volgende dag om alle mogelijkheden die hij in zich draagt? Of betreur je de dag die alweer om is om alle verlangens die alweer onvervuld zijn gebleven? Maken we ons wel druk om de juiste dingen elke dag? Investeer jij je energie preventief of curatief in jezelf? 

Carpe Diem

“I went to the woods because I wished to live deliberately, to front only the essential facts of life, and see if I could not learn what it had to teach, and not, when I came to die, discover that I had not lived. I did not wish to live what was not life, living is so dear; nor did I wish to practise resignation, unless it was quite necessary. I wanted to live deep and suck out all the marrow of life, …”  

Als kind van mijn tijd, ken ik deze quote van Henry David Thoreau niet uit de man zijn oeuvre, maar ik hoor Robin Williams de woorden fluisteren tegen zijn leerlingen in Dead Poets Society. “Seize the day, boys. Carpe Diem.”

“I wanted to live deep and suck out all the marrow of life.” In diepte leven voor alles wat het leven te geven heeft. All-in gaan. Elke keer. Carpe Diem. Het credo waarmee de humanisten het sombere memento mori van de duistere eeuwen wouden wegblazen. Morgen is geen opgave. Morgen is een geschenk. Je krijgt alweer een dag. Onderga hem niet in angst voor het Laatste Oordeel. “De mens is de maat van alle dingen.”, leerde Protagoras ons. Pluk de dag. Maak hem jou eigen. Het is historische mindfulness. De pijlers van de existentie: Ik. Hier. Nu. Het leven an sich is een egoïstisch construct.

Dus prijs je gelukkig als je vandaag ergens leeft met mensen en omstandigheden om je heen zoals jij ze jezelf zou wensen. Te vaak reduceren we het leven tot beklag achterom en beloftes vooruit. Maar leven moet worden geleefd. Niet beklaagd of beloofd worden. Maak nooit beloftes waarvan je weet dat je ze niet zal houden. Maak nooit beloftes waarvan je niet eens weet of je ze wel gaat houden. Leef op netto-modus. Je herinneringen leven in het verleden, je verbeelding leeft in de toekomst. We zeggen zo veel, over hoe het vroeger was en over wat we willen en zullen doen, morgen en volgende week en volgend jaar, maar we vergeten hoe krachtig woorden zijn. We geloven woorden. We houden ons vast aan woorden. We bouwen en vernielen met woorden. Maar ze maken ons niet waarachtiger. Actions speak louder than words. Het is een cliché. Maar het is een cliché omdat het waar is.

Verdomme

Dus laat dat mijn wens zijn voor volgend jaar. Doe wat je wou doen. De tijd van de geloftes, beloftes, plannen, spijt en beklag … is verloren tijd, en die krijgen we nooit terug. Leef zoals je wil leven. Denk niet aan morgen. Elke dag is een dag meer, is een dag minder. Denk niet aan wat anderen zullen zeggen. Het is jouw leven. Live deep. Pluk de dag. No regrets. Lees. Leer. Creëer. Heb lief. Maar doe het verdomme.

zaterdag 4 december 2021

Winterslaap

Het regent. Natuurlijk regent het. Door een stroomstoring heb ik geen licht meer op de eerste verdieping van mijn huisje. De batterij van mijn auto is leeggelopen omdat ik er twee dagen de sleutel op halfcontact op liet zitten. Sinds mijn positieve coronatest van woensdag zit ik in quarantaine. Het virus heeft me flink te pakken. Ik heb werk. Veel werk. Examens maken, taken verbeteren, leerstofoverzichten opstellen, … maar ik kom er niet toe. De fut ontbreekt me. Maar niet alleen mijn lijf is moe. Mijn kop ook. Ik heb lente nodig in mijn hoofd. Weet je nog toen alles nog oké was? Het lijkt jaren geleden. Het lijkt alsof mijn lijf en hoofd zich klaar maken voor een winterslaap. Maar dan echt deze keer. Maak me wakker als het lente is.

Het perspectief van winter, koude, duister, ziekte, mondmaskers en boosterprikken, mijn kinderen die tot nu gespaard waren gebleven van hun zogenaamde maatschappelijke verantwoordelijkheid maar voortaan ook hun glimlach achter chirurgische maskers moeten stoppen, de steile neerwaartse spiraal waarin de liefde voor mijn job, mijn roeping, zich bevindt, de dingen die ik wil doen en niet doe, de dingen waar ik op hoop die niet gebeuren, … Maak me wakker als het lente is. Ik graaf mijn burcht en ik verstop me. Ik heb mijn haardvuur, mijn platenspeler, mijn boeken en een wereld van series en films, … dat volstaat als toevlucht. Misschien waag ik me binnenkort ’s nachts wel weer es even buiten. Maar voorlopig niet. Overdag houd ik me schuil. Geen zin in de discussies en in alles wat ‘moet’. Zo veel mensen, zo veel waarheden.

Waar vind ik Pandora’s kruik? Alle verderfelijke en verwerpelijke dingen waarmee ze deze zondvloed over ons afriep ten spijt, houdt zij Elpis nog gevangen. De hoop. Nog steeds. Na al die tijd. Onderaan in de kruik. Onzichtbaar aanwezig. Onbereikbaar maar onvergankelijk. Tegen beter weten in.
Het is gestopt met regenen ondertussen. Ik moet mijn citroenboom binnen halen. Dat beest gaat een dezer dagen kapot vriezen. Ik doe het straks misschien.

zaterdag 27 november 2021

Storm

Weet je wat ik niet verdien?
Deze angst om graag te zien.

Hoe de grens steeds wordt verlegd.
Welke woorden zijn gezegd.
Welke woorden zijn verzwegen.
Hoe ik schuilde tegen regen van
stokken en van stenen.

Hoe in de storm, toen de mist optrok,
ikzelf ook was verdwenen.

 

vrijdag 26 november 2021

Dat er liefde is

Niets is ouder dan de stenen die onze benen dragen.
De wegen waar mijn stad zal wachten.
Hoe aarde onze naam zal vragen,
als wij uit ravenzwarte klei ons eigen nest betrachten. 

Niets is ouder dan het vuur dat ik ontstak.
Hoe in duister, maanlicht ons omarmt.
Kaarslicht dat mijn schaduw tekent.
Tweelingvlam die mij verwarmt.

Niets is ouder dan de traan, zout op mijn lippen.
Het water dat mij voeden moet.
In spiegel golf aan golf gekluisterd zolang
in ons de storm nog woedt.

Niets is ouder dan de adem, in gefluister.
Lucht en leven in jouw woorden.
Zie, zacht verzuchte zonsopgang, dat
Aphrodite ons verhoorde. 

Niets is ouder dan jouw huid op de mijne.
Wat overwint zondvloed en getijde?
Wat overwint elk gemis?
Dat er liefde is,
dat er liefde is...

Jij bent er.

Dat er liefde is.

 

(Inzending Julia Tulkensprijs 2021)

dinsdag 16 november 2021

Marieke Lucas

“Alleen Elvis blijft bestaan.” Als we de betere complotdenkers moeten geloven, wordt de onsterfelijke King of Rock namelijk regelmatig in Walmart gespot. Maar daar wou ik het niet over hebben. “Sterren komen, sterren gaan. Alleen Elvis blijft bestaan.” Luc de Vos. De bard van Gent. De bohémien en zijn tijdloze Mia. Neen, daar wil ik het deze keer ook niet over hebben. Misschien ooit wel nog eens. “Alleen Elvis blijft bestaan.” Canvas. Zaterdag zo net na 22u00. Met Thomas Vanderveken. De bite-size Zomergasten spin-off. Daar wil ik het over hebben. Hoe zaterdag 6 november Marieke Lucas Rijneveld te gast was. Hoe Marieke Lucas mij verbijsterde. Hoe ik mij bewust was van het gevoel dat ik aan het leren was. Over het leven. Doorheen deze jonge schrijvende wijsgeer. Die anders leeft dan ik. Die anders denkt dan ik. 


 

Gastheer Thomas schotelde Marieke Lucas voorzichtig voor dat er geen levenspartner in beeld lijkt. “Ik heb zo veel liefde voor de literatuur, voor mijn werk, dat er niet genoeg overblijft.”, antwoordde Marieke Lucas minzaam. De ultieme auteur. Leven voor de kunst. Gegrepen door het woord. Geen tijd of energie voor de tijdelijkheid van onze aardse liefde. De kunst vraagt te veel liefde. Ik benijdde hen om het antwoord.

Maar als er jou niet genoeg liefde overblijft naast het schrijven, Marieke Lucas, hoeveel liefde is er dan precies? Is onze voorraad eindig? Hoe verdeel ik het taartdiagram van mijn toe te delen liefde? En verdeel ik haar wel juist en verstandig, want laat dat nu net zijn wat liefde zo zelden is: verstandig en rationeel. Gebruik ik mijn hele capaciteit dan al niet op aan mijn kinderen, voor wie mijn liefde oeverloos blijkt? Heb ik in mijn leven die bron wel aangewend voor de juiste mensen? Liefde is namelijk niet reciprocitief. Hoeveel liefde heb ik gegeven zonder dezelfde liefde terug te krijgen? Het maakt ons sterk en kwetsbaar tegelijk. Maar dat is misschien net het mooie van liefde. Hoe eenzijdig en moeilijk kwantificeerbaar ze is. Hoe ze kan worden aangewend voor abstracta. Houden van. Ik houd van mijn moeder, maar ook van pizza.


Zonder pretentie toonde Marieke Lucas mij ook hoe relatief mijn schrijven is. Ik heb nooit gedacht dat het schrijven me in de weg staat om voldoende liefde vrij te kunnen maken voor die ultieme romantische liefde waarvan ik zo graag geloofde dat het de ultieme zingeving zou kunnen zijn in de oneindige beleving van het eindige leven. Niet zo voor Marieke Lucas. Misschien moet een schrijver leven van het verlangen. Van het smachten. Van het leunen naar de liefde. Maar niet van haar te hebben. “Een schrijver heeft wanhoop nodig. Als de wanhoop verdwijnt, verdwijnt de schrijver.”, beweerde Charles Bukowski. Misschien komt het inderdaad neer op die keuze. Is het aan dromers niet gegund om gelukkig te zijn? Verstomt dat hun streven? Versmacht het hun zoeken? Tevredenheid als de ultieme toegift. “Happiness in intelligent people is the rarest thing I know”, schreef Ernest Hemingway. De onwetenden leven gelukzalig, zegt de oude wijsheid. Is dat de weegschaal die we voorgeschoteld krijgen? Welke helft laat je dan doorwegen? De zoektocht? De poëzie? De wanhoop? Het smachten? Of kies je voor de roes van het geluk? De tevredenheid? De onwetendheid? De oppervlakkige onbezorgdheid?
Welke arm van de weegschaal herbergt de liefde? Liefde voor familie en vrienden. Liefde voor zonsop- en -ondergangen. Liefde voor de kleine alledaagsheid. Liefde voor je dromen. Of gewoon …. liefde voor veel te jonge genieën die op een doorsnee zaterdagavond zo maar, achteloos bijna, wat ijkpunten komen verleggen.

zaterdag 16 oktober 2021

verdronken

avond
in de krater
van het zondvloedwater
enkel mijn schaduw die
mijn handen vasthoudt
die mijn vingertoppen raakt
het duister van de winter kraakt
aan het raam en in de haard
de druppels zijn te klein
de tranen de rode wijn
hiermee doof je geen vuur
later later
nog een uur en nog een uur
achter het gesloten gordijn
het langzame verdrinken
het al lang verdronken zijn

woensdag 29 september 2021

Porselein

Als we nu niet weten

van wie de eerste woorden moeten zijn.

Zeg dan niets.

Dan wachten we,

in de dunne barsten van dit porselein.



(Schrijversatelier - 29/09/21)

dinsdag 21 september 2021

Make-up

Wanneer heb jij voor de laatste keer “The Show must go on” van Queen beluisterd? Ik zal je even de tijd geven om het snel op te zoeken op Spotify of Youtube, om het op te zetten terwijl je deze tekst verder leest. Ik ben vergeten hoe, maar vanavond kwam het plots op mijn pad en ik kan niet stoppen met het te herbeluisteren. Ik ben nooit de grootste Queen-fan geweest, maar het valt me telkens op hoe tijdloos en universeel hun muziek is. En hoe theatraal en dramatisch de podiumpersona van de legendarische Freddie Mercury ook was, zijn teksten lenen zich evenzeer voor een eenzame gebroken avond achter de piano in een kleine bohémienkroeg. In het zog van “The show must go on” volgden vanavond de nummers “Who wants to live forever” en “Somebody to love”. Alle muzikanten zullen het eens zijn over de bombastische muzikale arrangementen en orchestratie  maar neem er de teksten bij en luister naar wat die man zingt. Hoe er achter zijn larger than life performance, een gekwetste eenzame ziel zingt: “Empty spaces, what are we living for? (…) The show must go on. Inside my heart is breaking. My make-up may be flaking, but my smile still stays on. (…) Another heartache, another failed romance. On and on. Does anybody know what we are living for?”

Het nummer kwam uit in 1991, toen was ik 13 en ging deze intrieste boodschap helemaal aan mij voorbij. Maar vandaag niet meer. Hoe vaak sleep ik me uit bed omdat ‘the show must go on’. The smile must stay on. Allemaal het podium van ons dagelijks leven op en doordoen. “I’ll face it with a grin. I’m never giving in. On with the show.” Zo hoort het tenslotte. We hebben allemaal onze eigen make-up. Onze eigen camouflage. In uitvergrote persoonlijkheden. In gefilterde social media-persona’s. Zo lang niemand zich maar moet bekommeren om de shit van een ander. We hebben allemaal onze demonen, we vechten ons allemaal een weg door de dag. On with the show. Harder. Better. Faster. Stronger. Los vooruit en wie het niet met ons eens is, wordt geslachtofferd. Het is een dog-eat-dogwereld. “I’ll top the bill, I’ll overkill, …. I have to find the will to carry on …”. Freddie zong het nooit live, voor zijn duizenden en duizenden adorerende fans. Het lijkt paradoxaal om die strijd zo passioneel uit te zingen tegen een publiek dat verwacht dat je net voor hen de show laat doorgaan. Het is geen toeval dat Kurt Cobain in zijn afscheidsbrief, Freddie Mercury bij naam noemde en zei dat hij het niet kon, dat hij het niet voelde, de liefde voor het publiek dat van hem de stem van een generatie had gemaakt. Hij kon niet langer zijn make-up doen, zijn smile ophouden, …

Ironisch genoeg zong de betreurde maar onsterfelijke Mercury ook “Who wants to live forever?”, de hitsong van de Highlander soundtrack. De film over de Schotse clan die niet sterven kon. Maar het lied overstijgt makkelijk zijn jaren ’80 cinematografische erfenis. Elke existentialist vindt in de song hints naar de oervraag: “What is this thing that builds our dreams, yet slips away from us? (…) There’s no chance for us. It's all decided for us. This world has only one sweet moment set aside for us.” Misschien moet ik op een onbewaakte namiddag nog maar eens de volledige Queen-playlist streamen. Ik weet nu al dat ik zal meezingen met “I want to break free” terwijl ik sta te stofzuigen. Dat ik mee ga scanderen “I want it all!”. Even de hyperbolen uit mijn jeugd oppoetsen om de soundtrack van mijn eigen verhaal te laten spelen. “Ooh, each morning I get up I die a little. Can barely stand on my feet. Take a look in the mirror and cry. Lord, what you're doing to me.” Vanavond misschien al wat piano-akkoorden opzoeken. Merci, Freddie. Ik weet nog altijd niet waarom je opdook vandaag. Misschien moest ik dit gewoon even van me afschrijven. Fuck the show. No need to live forever.


woensdag 8 september 2021

Blauw



 

 

 

 

 

 

 

 

Een impulsaankoop. Zo heet het, geloof ik. Op Netflix “Under the Influence” over Keith Richards kijken en de man met zo veel vuur over zijn muzikale helden horen praten dat je meteen bij een populaire webwinkel het dubbelalbum “The Best of Muddy Waters” op vinyl bestelt. Lang verhaal kort. Sinds kort speelt er hele dagen de blues van Muddy Waters en Buddy Guy vanop mijn platenspeler. Muziek geboren uit de spirituals en werkliederen van de slavengemeenschap in het diepe zuiden van de VS, in het midden van de 19de eeuw.

Op datzelfde moment maakt in Europa het naturalisme een einde aan de romantiek. Een tijd van ontnuchtering. De helden van weleer worden vervangen door een nieuw type protagonist: de gehavende, zieke en verslagen mens die zich doorheen een fatalistische wereld worstelt die hem geen happy end meer gunt. Geen romantische vlucht meer. We zijn gedetermineerd en niemand ontloopt nog zijn lot. We lezen hoofdschuddend maar zonder medelijden (spoiler alert!) hoe Emma Bovary een handvol rattenvergif eet om zich te beroven van het lege leven waarin zij zichzelf heeft laten verglijden. Ze heeft het alleen maar aan zichzelf te danken.

Mensen zijn slachtoffer van hun eigen gedragingen.”, wist Rousseau al een eeuw eerder. Maar maak je geen zorgen. Nadat al haar tragische personages gestorven waren, maakte het harde naturalisme plaats voor het escapisme van het fin-de-siècle, voor la belle époque, en uit de treurnis van de blues groeide rock ’n roll en zowat alle vormen van popmuziek die we vandaag kennen. Zij die het noodlot overwinnen, kiezen steeds voor optimisme, voor plezier, voor liefde. Alle cultuurpessimisten ten spijt. “If you haven’t had a bad time in life … just keep living.”, zo weet Jordan Peterson , controversieel academicus, vandaag. We moeten allemaal, naast onze eigen issues, ook ons collectief opgelegd lot ondergaan. De covid-crisis, de polarisering van het socio-politieke tribalisme, de klimaatwijziging, …

Maar better times are coming. Moet wel. Het is de natuurlijke gang van zaken. Net voor madame Bovary in een laatste pijnlijke stuip zal sterven, hoort ze door het open raam de schorre stem van de blinde straatloper. Hij zingt: “Vaak doet de warmte van een mooie dag de meisjes van liefde dromen.” Zingt het altegader. Op de zonovergoten terrassen van onze bluesy blauwe stad.