zaterdag 27 november 2021

Storm

Weet je wat ik niet verdien?
Deze angst om graag te zien.

Hoe de grens steeds wordt verlegd.
Welke woorden zijn gezegd.
Welke woorden zijn verzwegen.
Hoe ik schuilde tegen regen van
stokken en van stenen.

Hoe in de storm, toen de mist optrok,
ikzelf ook was verdwenen.

 

vrijdag 26 november 2021

Dat er liefde is

Niets is ouder dan de stenen die onze benen dragen.
De wegen waar mijn stad zal wachten.
Hoe aarde onze naam zal vragen,
als wij uit ravenzwarte klei ons eigen nest betrachten. 

Niets is ouder dan het vuur dat ik ontstak.
Hoe in duister, maanlicht ons omarmt.
Kaarslicht dat mijn schaduw tekent.
Tweelingvlam die mij verwarmt.

Niets is ouder dan de traan, zout op mijn lippen.
Het water dat mij voeden moet.
In spiegel golf aan golf gekluisterd zolang
in ons de storm nog woedt.

Niets is ouder dan de adem, in gefluister.
Lucht en leven in jouw woorden.
Zie, zacht verzuchte zonsopgang, dat
Aphrodite ons verhoorde. 

Niets is ouder dan jouw huid op de mijne.
Wat overwint zondvloed en getijde?
Wat overwint elk gemis?
Dat er liefde is,
dat er liefde is...

Jij bent er.

Dat er liefde is.

 

(Inzending Julia Tulkensprijs 2021)

dinsdag 16 november 2021

Marieke Lucas

“Alleen Elvis blijft bestaan.” Als we de betere complotdenkers moeten geloven, wordt de onsterfelijke King of Rock namelijk regelmatig in Walmart gespot. Maar daar wou ik het niet over hebben. “Sterren komen, sterren gaan. Alleen Elvis blijft bestaan.” Luc de Vos. De bard van Gent. De bohémien en zijn tijdloze Mia. Neen, daar wil ik het deze keer ook niet over hebben. Misschien ooit wel nog eens. “Alleen Elvis blijft bestaan.” Canvas. Zaterdag zo net na 22u00. Met Thomas Vanderveken. De bite-size Zomergasten spin-off. Daar wil ik het over hebben. Hoe zaterdag 6 november Marieke Lucas Rijneveld te gast was. Hoe Marieke Lucas mij verbijsterde. Hoe ik mij bewust was van het gevoel dat ik aan het leren was. Over het leven. Doorheen deze jonge schrijvende wijsgeer. Die anders leeft dan ik. Die anders denkt dan ik. 


 

Gastheer Thomas schotelde Marieke Lucas voorzichtig voor dat er geen levenspartner in beeld lijkt. “Ik heb zo veel liefde voor de literatuur, voor mijn werk, dat er niet genoeg overblijft.”, antwoordde Marieke Lucas minzaam. De ultieme auteur. Leven voor de kunst. Gegrepen door het woord. Geen tijd of energie voor de tijdelijkheid van onze aardse liefde. De kunst vraagt te veel liefde. Ik benijdde hen om het antwoord.

Maar als er jou niet genoeg liefde overblijft naast het schrijven, Marieke Lucas, hoeveel liefde is er dan precies? Is onze voorraad eindig? Hoe verdeel ik het taartdiagram van mijn toe te delen liefde? En verdeel ik haar wel juist en verstandig, want laat dat nu net zijn wat liefde zo zelden is: verstandig en rationeel. Gebruik ik mijn hele capaciteit dan al niet op aan mijn kinderen, voor wie mijn liefde oeverloos blijkt? Heb ik in mijn leven die bron wel aangewend voor de juiste mensen? Liefde is namelijk niet reciprocitief. Hoeveel liefde heb ik gegeven zonder dezelfde liefde terug te krijgen? Het maakt ons sterk en kwetsbaar tegelijk. Maar dat is misschien net het mooie van liefde. Hoe eenzijdig en moeilijk kwantificeerbaar ze is. Hoe ze kan worden aangewend voor abstracta. Houden van. Ik houd van mijn moeder, maar ook van pizza.


Zonder pretentie toonde Marieke Lucas mij ook hoe relatief mijn schrijven is. Ik heb nooit gedacht dat het schrijven me in de weg staat om voldoende liefde vrij te kunnen maken voor die ultieme romantische liefde waarvan ik zo graag geloofde dat het de ultieme zingeving zou kunnen zijn in de oneindige beleving van het eindige leven. Niet zo voor Marieke Lucas. Misschien moet een schrijver leven van het verlangen. Van het smachten. Van het leunen naar de liefde. Maar niet van haar te hebben. “Een schrijver heeft wanhoop nodig. Als de wanhoop verdwijnt, verdwijnt de schrijver.”, beweerde Charles Bukowski. Misschien komt het inderdaad neer op die keuze. Is het aan dromers niet gegund om gelukkig te zijn? Verstomt dat hun streven? Versmacht het hun zoeken? Tevredenheid als de ultieme toegift. “Happiness in intelligent people is the rarest thing I know”, schreef Ernest Hemingway. De onwetenden leven gelukzalig, zegt de oude wijsheid. Is dat de weegschaal die we voorgeschoteld krijgen? Welke helft laat je dan doorwegen? De zoektocht? De poëzie? De wanhoop? Het smachten? Of kies je voor de roes van het geluk? De tevredenheid? De onwetendheid? De oppervlakkige onbezorgdheid?
Welke arm van de weegschaal herbergt de liefde? Liefde voor familie en vrienden. Liefde voor zonsop- en -ondergangen. Liefde voor de kleine alledaagsheid. Liefde voor je dromen. Of gewoon …. liefde voor veel te jonge genieën die op een doorsnee zaterdagavond zo maar, achteloos bijna, wat ijkpunten komen verleggen.