zaterdag 16 mei 2020

Kom maar klappen voor mij


Hoewel de zomer in aantocht is, hebben we het vandaag moeilijk om optimistisch en enthousiast te zijn. We zijn bij voorbaat gebroken door het vooruitzicht van alles wat er  niet zal zijn deze zomer. We leven in een periode van angst, van isolatie en van dood. Meer dan ooit groeit plots het besef hoe nietig we zijn tegenover het brute geweld van onze microscopische vijand. Maar lieverds, … nietig, dat waren we altijd al. Voor mij volstaat het om in de verlatenheid van de nacht aan de voet van de 12de-eeuwse St.-Germanuskerk of de 13de-eeuwse O.-L.-Vrouw ten Poelkerk te gaan staan en omhoog te kijken om mijn nietigheid te begrijpen. Niet alleen in schaal, maar ook in tijdloosheid. Niemand van ons is tijdloos. Het enige waar covid19 in geslaagd is, is om onze sterfelijkheid exponentieel uit te vergroten en ieders instinctieve angst voor de dood en overlevingsdrang evenredig te vergroten. Maar nietig, … dat waren we vorig jaar ook al.

Toch zijn er nog mensen die deze tijden aangrijpen om hun agenda naar voren te schuiven. Je zou denken dat een pandemie van deze orde mensen, figuurlijk althans, dichter bij elkaar zou brengen. Hoe minder menselijk contact we concreet nog overhouden, hoe luider onze verzuchting naar meerzaamheid zou moeten klinken. In het aanschijns van het vagevuur zouden al onze banale triviale ideologische verschillen moeten verschrompelen. Maar we zijn onverbeterlijk. We bombarderen elkaar nog steeds met het moreel gepolariseerde tribalisme dat zo eigen geworden is aan onze tijd. We bevechten nog steeds de anderen omdat ze een andere mening hebben dan wij. We zoeken naar verborgen agenda’s van de wetenschap, terwijl wetenschap enkel op basis van empirische feiten opereert en niet onderhevig is aan moraliteit. 

Als we nu onze verschillen niet kunnen relativeren. Wanneer dan wel? Mensen die boos achter hun gordijn zitten te kijken hoe de buren staan te klappen voor de zorg om 20u ’s avonds. Omdat zij vinden dat dat toch niets uithaalt. Omdat zij niet meedoen aan ‘hypes’. Omdat je van ‘applaus niet kan eten’. Onvoorstelbaar. Waarom revolteren tegen iets dat geen kwaad in zich draagt? Niemand verplicht jou om mee te klappen. Ik zie hele gezinnen aan de deur staan applaudisseren. Kleine kleuters die flink met hun pollekes klappend de impliciete waardeoverdracht ondergaan dat het ok is om waardering te tonen. Dat solidariteit waardevol is. Dat ‘dank je wel’ zeggen een mooie vaardigheid is. Dat is toch wat we hen willen meegeven. Dus klap voor de verplegers. Juich voor de onderwijzers. Go loco voor de bakkers die nooit gestopt zijn. Leef la vida loca voor de leveringsdiensten en de postmedewerkers. Richt een tribune op voor de virologen en politici. Wees dankbaar. Het is zo eenvoudig.  Relativeer je eigen gelijk gerust een beetje. Wees aardig. Als je domme opmerkingen ziet passeren op je sociale media, ga er niet op in. Je zal geen voldoening halen uit het feit dat jij in het juist kamp zat in de pseudo-ethische discussie over Peruviaanse kittens. Toon dat jij de onwetendheid hebt overwonnen. We willen niet in twee kampen uit de lockdown komen. 

Wanneer we met z’n allen, gevaccineerd, uit quarantaine zullen mogen komen, mogen herademen zonder masker. Wanneer we alle markten en pleinen hebben omgetoverd in grote terrassen waar iedereen zijn eigen drankje meebrengt om te delen. Wanneer we op die zonovergoten terrassen niet meer kijken naar gendernormen, kleur, religie, inkomen, diploma, … om een glas te delen met iemand. Sta dan recht en applaudisseer. Dan hebben we gewonnen. In meerzaamheid. 

Kan je zo lang niet wachten? Kom gerust klappen voor mij. We drinken er een glaasje wijn bij. Op anderhalve meter. Gewoon. Omdat dat aardig is.