Mijn laptop en ik. Het is een nieuwe bromance geworden. Nu onze samenleving haar luiken sluit, is hij mijn venster op de wereld. Schermtijd is een heel nieuw begrip geworden. Ik heb hem nodig voor mijn werk, mijn hobby’s, mijn nieuws, mijn Netflix, mijn Spotify, mijn therapie, mijn sociaal leven, … Ik ben er tot hiertoe nog niet in geslaagd om mijn venster van verstrooiing dicht te klappen en mijn voorlopig ongehavende longen vol te zuigen met de stilte die er heerst.
Covid19 heeft een schaduw over de hele planeet geworpen. Ons dagelijks leven wordt herschreven in steriele rituelen. Bang kijkend naar onze gezinsleden. Niemand die kucht? Niemand die het warm heeft? Goed zo! Dan nu maar snel wat foto’s posten van hoe mijn kinderen toch nog schoolwerk doen of hoe ze in papier-maché een paaskonijn hebben gemaakt dat we straks aan het raam van oma gaan tonen, om dan op Facebook live doorheen de besmeurde vensters proberen te vangen hoe de oude vrouw de tranen verbijt. Wat een Insta-moment. Honderd likes. Honderd steunbetuigingen aan de grootmoedige grootmoeder. Goed. Prima dagje. En dan nu het avondeten.
Mij lukt het niet. Ik schud het hoofd als ik van de directie van onze school een mail krijg dat we mogen stoppen met virtuele lessen en digitale opdrachten door te sturen naar onze leerlingen, omdat ouders hem in paniek berichten sturen dat hun kleine wondertjes door het bos de bomen niet meer zien. Voor alle duidelijkheid, ik geef les in de tweede graad van het secundair onderwijs. Ik heb mijn leerlingen enkel een humoristisch mailtje gestuurd, waarin ik hen wat historische verwondering ter beschikking stel, voor als ze er zin in hebben. Collega’s panikeren over begrippen als evaluatie, parallelle curricula, toetsen, eindtermen,…. Ik zie alleen beelden van uitgeputte zorgverleners en bedenk dat mijn examen over de geschiedenis van de reformatie en de Habsburgers nu niet zo levensnoodzakelijk is. Laat die gasten nu even rustig omgaan met het sociale trauma dat zij, net als wij allemaal moeten doorworstelen.
Mijn avonden en nachten breng ik nu door in de dystopische universa die Netflix me als een sluwe Orwelliaanse vos suggereeert. Messiah, Stranger Things, Black Mirror, … alsof het allemaal voorafspiegelingen zijn. We worden ingehaald door de realiteit. Woorden als quarantaine en lockdown hoorden alleen bij apocalyptische blockbusters. Nu zitten we achter onze deuren verscholen. Een aantal van ons achter kantelen van zacht driedubbel gelaagd wc-papier. Teruggeworpen op onszelf. Spaar een gedachte voor de gezinnen die nu tegen hun wil tot elkaars gezelschap veroordeeld zijn. Aanvankelijk werd er schattig gedaan over de grote hoeveelheid corona-baby’s die er over negen maanden geboren zullen worden. Ik ben benieuwd welke dappere socioloog die cijfers zal vergelijken met die van de lockdownechtscheidingen en de quarantaine-familiedrama’s. De ultieme spiegel wordt ons voorgehouden. Het monster Mens dat door de kleinste van zijn planeetgenoten op de knieën wordt gedwongen. Een microscopisch virus dat het sociaal weefsel van onze soort weet te ontmantelen.
De nieuwe guru’s stonden al snel op en roepen ons nu op om ons te bekeren. Om van deze tijd gebruik te maken. Om hierin alvast een opportuniteit te zien. De grote oefening in alleenzaamheid. Die ons moet sterken. Sociale media die oproepen tot solidariteit, die ons nu al de lessen tonen die hier te leren zijn. We moeten vertragen. Dat dit onze cohesie op de lange termijn zal versterken. Dat we moeten mediteren. Dat we de verloren kunst van het boeken lezen moeten herontdekken. Alsof het een grote introspectieve workshop is geworden.
Verbijsterd door de tragiek van hun onwetendheid lees ik dat mensen durven posten dat ze in deze epidemische toestanden tot de vaststelling komen dat ze best leuke kinderen hebben of zelfs in hun wereldvreemdheid de woorden “als een vakantie” durven neerschrijven. Waar zit daarin de solidariteit? Met zorgverleners die hun kinderen wekenlang op logies moeten sturen omdat het risico te groot is? Met het arbeidersgezin dat nu werkloos is en niet de tijd of middelen had om nog snel bij de doe-het-zelfzaak alle materialen te gaan halen die ze nodig hebben voor het bouwen van een mooie boomhut? Met de families waar ouders en kinderen van elkaar gescheiden zijn omdat de intensive care unit hermetisch is afgesloten? Ignorance is bliss. Ik hoop uit de grond van mijn hart dat hun leuke vakantie niet moet onderbroken worden als het virus zich ook een weg in hun speelparadijs weet te banen.
Wel mag ik zeggen dat ik dit biohazardous isolement allesbehalve gelegen vind komen? Dat ik er helemaal niets aan vind om te moeten onthaasten. Dat ik veel liever de eerste lentezon met mijn medemensen had gedeeld. Dat ik mijn leerlingen liever in de interactieve driedimensionaliteit van een klaslokaal de renaissance leer kennen. Dat ik mijn rode wijn liever deel met disgenoten in een gezellig cafeetje met pianomuziek. Dat ik mensen die ik tegenkom liever in een warme omhelzing begroet. Dus voor dat de eerste bekeerde ziel durft posten #LeveDeLockdown, wil ik die alvast voor zijn met een welgemeende #FuckCovid19.
Doe nu gewoon allemaal wat er gevraagd wordt. Toon respect voor de zorgverleners. Toon respect voor de mensen die nu de beslissingen moeten maken voor de rest van de bevolking. Toon je solidariteit door op al je media te tonen dat jij ook geen zin hebt in deze verplichte retraite. De hashtag krijg je alvast cadeau.
#FuckCovid19
woensdag 25 maart 2020
De Backlash van de Ban
Wij zijn 12 dagen ver in de
quarantaine. Twaalf dagen. De kranten staan al vol met berichten over “En wat
na de crisis?”. Elke redacteur heeft blijkbaar de opdracht gekregen om een
actuele moraalfilosoof te facetimen en diens kijk op de post-coronamaatschappij
in bitesize bits en quotes als tussentijdse denkoefeningen voor onze voeten te
gooien. Het werkt wel. Ik hoor mensen rondom mij ook al filosoferen over wat de
langetermijngevolgen van deze lijzige lockdown zullen zijn. Zoveel mensen,
zoveel meningen. Het aanbod aan morele wegwijzers varieert van de totale
relativering in termen van: collectieve immuniteit kweken…,de dood hoort nu
eenmaal bij het leven…, een maand geleden was er ook miserie in de wereld, dat
is nu niet anders…, de genese van het totalitaire surveilleren is een feit…, tot de progressieve cohesietheorieën als: we
gaan hier als mensheid door groeien…, hierna zal men beseffen hoe belangrijk
elk individu is…, dit zal van ons een attentere samenleving maken…,
solidariteit wordt het nieuwe universele normaal…, burgers zullen het winnen
van de politiek…, etc.
Iedereen kan zijn these ook stellig
argumenteren. De discussie is per definitie hypothetisch dus alle aangebrachte
premisses hebben virtueel dezelfde validiteit. Cynische realisten doorbreken
het toekomstdenken alvast met boutades als ‘de menselijke moraal is
uiteindelijk toch onderhevig aan economische mechanismen’ en ‘in historisch
perspectief komt de mortaliteit van Covid19 nog niet aan de knieën van de
grootse epidemieën die we als mensheid hebben moeten overwinnen’. Maar we
moeten ons bezighouden en er is geen betere voedingsbodem voor contemplatie en
reflectie dan de sociale isolatie. Dus laten we even lekker meedoen en de
filosoof in onszelf dapper zijn kinderschoentjes laten aantrekken.
Vreemd genoeg kom ik in al mijn
geblader nog geen gelijkgestemde geesten tegen die net als ik van mening zijn dat
wij als mens niet sterk genoeg zijn om hier grote progressieve maatschappelijke
veranderingen uit te laten voortvloeien. Het applaus voor de zorg, de zorg voor
de ouderen, de solidariteitsfacebookgroepen, … wat zullen ze allemaal snel
opdrogen eenmaal het slot van de deur gaat. We zijn nu allemaal veroordeeld tot
dezelfde modaliteiten en we houden er ons, mits een paar uitzonderingen,
collectief aan omdat we instinctief terugdeinzen van de dood. Wij lopen
individueel het risico om ernstig ziek te worden en ons instinct doet ons dan
meteen voor de vlucht kiezen. Deur toe. Teddybeer achter het venster. Ons met
de nodige schroom doorheen de met wc-papier gevulde kelder wringen. Beetje
werken. Korte wandeling in de achtertuin. Skypen met oma. En morgen opnieuw. En
dan de dag daarna ook opnieuw. Tot de minister zegt dat het niet meer hoeft. En
dan?
Gaan we de deuren opengooien en
meteen open brieven schrijven voor de bescherming van de sociale en
paramedische sector? Gaan we massaal naar de hoofdstad om nieuwe cao’s af te
dwingen? Gaan we controleren of de kleine lokale middenstanders hun zaak wel
opnieuw van de grond krijgen? Of verdwijnt ons collectivisme op datzelfde
ogenblik dat we elk opnieuw de vrijheid krijgen om te doen wat we zelf willen.
In mijn ogen, en dat zegt misschien meer over mij dan over onze maatschappij,
moeten we ons klaarmaken voor een periode van totale losbandigheid. Van wie
gaan we als samenleving nog restricties accepteren als we een maandenlang
kluizenaarschap hebben doorworsteld? Ik voorspel het aanbreken van “une
nouvelle décadence”. Als een soort van anachronistisch fin-de-siècle. De
backlash van de ban.
Triomf van Bacchus |
“Nu even niet zeuren. We hebben drie
maanden moeten binnen zitten.” Het argument is even eenvoudig als gevaarlijk.
Nu even niet zeuren. Alles even opnieuw ervaren. Alles wat we onszelf hebben
moeten ontzeggen. Nu komt het terug en in al haar excessieve vormen.
Solidariteit wordt ingeruild voor hedonisme. Soberheid voor decadentie.
Onthouding voor de roes. Alleenzaamheid voor lichamelijkheid. Verbondenheid
voor vrijheid. Het kan zo maar gebeuren. En ben jij dan sterk genoeg om neen te
zeggen? Hoe reageer jij bij je eerstvolgende kans om electoraal jouw duit in
het zakje te doen? Besef je opnieuw de moeilijke tijden waarin we ons nu
bevinden en kies je voor een sociaal solidair maatschappijbeeld met alle
collectieve plichten die daar bij
horen? En wie rekenen we daar dan allemaal bij? Bij ónze samenleving? Of hijs
jij de stem op het podium die zegt dat jij recht hebt op al je vrijheden die
historisch verworven zijn? Ontvoogding na ontvoogding.
Wat zal het verdorie moeilijk zijn om
niet toe te geven aan de excessen van Dionysos. We zijn als mensheid
geconfronteerd met onze eindigheid en onze kwetsbaarheid. Wie zegt er dan neen
tegen het feestje achteraf? En aan wie laten we nog toe om te zeggen dat het
feestje afgelopen is? Dat het mooi geweest is. Dat we er allemaal samen beter
van worden om opnieuw in alle ernst aan de slag te gaan.
Het is een vraag zo oud als de
mensheid. Aan wie moeten we rekenschap afleggen? En doen we dat al tijdens dit
korte leven of pas aan het einde? Ni dieu, ni maître. Ik ben de laatste die jou
zal zeggen wat je moet doen. Maar hoest voorlopig nog even in je elleboog
alstublieft.
maandag 23 maart 2020
The Great Beyond
Neen neen, dit wordt geen
Coronadagboek met leuke tips over hoe je met zoutdeeg de appendiscoop van Merlina
kan nabouwen en ook geen oproep om de gele briefkaart opnieuw in het leven te
roepen om het isolement te doorbreken.
Maar hey, wat wil je dat ik doe. Als ik niet regelmatig die chaos in mijn kop
neerschrijf, wordt de kans met de dag groter dat ik gewoon mijn bed zelfs niet
meer uitkom. De kinderen zijn nog net te jong om met een pot aardbeienconfituur
te kunnen worden alleen gelaten.
Een paar weken geleden zag ik op
Netflix de benauwende documentaire “Jim & Andy (..)”: een blik achter de
schermen van de filmopnames van “Man on the Moon” waarin gekkebekkentrekker Jim
Carrey meesterlijk de rol van Andy Kaufman vertolkt. In de docu zien we hoe de
acteur zich verliest in zijn personage en tot de ontsteltenis van de hele crew
maandenlang transformeert in de echte Andy Kaufman en hoe er van Jim Carrey
geen spoor meer is. Jaren later kijkt Jim terug op die mysterieuze periode en
geeft ons een inkijk in de schizofrene wereld van method acting. Pakkende
getuigenis over een adembenemende episode van persoonlijkheidsverlies of
meesterlijke meta-grap van Andy Kaufman vanuit het graf? The jury is still out
on that one.
Maar wat Jim Carrey in de docu
vertelde, kwam wel eens zo hard binnen. Het is geen geheim dat ikzelf maar wat
graag verdwijn achter alter ego’s en dat enige zin voor dramatiek mij niet geheel
vreemd is. Maar wat als dat personage je gevangen neemt. Dat je voor jezelf iemand
creëert die met jou aan de haal gaat. Jim zag het als volgt:
“At some point when you create
yourself to make it, you’re going to have to either let that creation go and
take a chance on being loved or hated for who you really are; or you’re going
to have to kill who you really are and fall into your grave grasping on to a
character that you never were. (…)
What is the dirt that the pearl
is built around? And the pearl is the personality that you build around
yourself as a protection against that thought: ‘If they ever find out that I’m
worthless, if they ever find out that I’m not good enough, I will be destroyed’.
(…)
At some point, you have to live
your true man. At some point in your life you have to go: I don’t care what it
looks like. I found a hole in my psyche and I’m going through and I’m going to
face the abyss of not knowing whether that is going to be ok with everybody or
not, and at times they tried to drown you in the middle of that abyss. They go:
‘No, be the other guy, you told us you were this guy.’ Noone can live with that
forever.”
De vraag is niet wie van ons zich
aan dat soort façadepersoonlijkheid schuldig maakt, maar in welke mate we dat
allemaal doen. We zijn meer dan ooit tevoren uitgeleverd aan de goedkeuring van
anderen. We leven in een tijd waarin we het beeld van onszelf zorgvuldig moeten
opbouwen in talloze media voor duizenden speurende blikken. Op zoek naar de
juiste quote of de juiste foto waarvan we hopen dat de anderen ze met onze
persoonlijkheid gaan associëren. Op zoek naar de ‘like’. Op zoek naar
aanvaarding. Virtuele aanvaarding in een virtuele wereld. Is dat niet de
existentiële zoektocht van ons mens-zijn? Graag gezien worden. Bevestigd worden
voor wie we zijn. Maar wat als we op die zoektocht onszelf hebben verborgen
achter een persoonlijkheid die meer likes oplevert dan onze ware ik? Aanvaarding
op the Gram, maar niet in ons echte leven.
“Perceptie is realiteit”,
predikte Niccolo Machiavelli in zijn ‘Il Principe’ in 1515. Hoe kunnen we mensen
verwijten dat ze een verkeerd beeld van ons hebben als ze dat baseren op wat
wij hen daadwerkelijk laten zien. We verbergen de zandkorrel in onze parel. Terwijl
we op zoek moeten gaan naar de mensen die van ons houden, niet ondanks de
zandkorrel, maar net omwille van die zandkorrel.
Het echte leven is niet mooi. We
zijn zwak, boos, jaloers, egoïstisch, conventioneel, … en dat vinden we niet
leuk. Be the best you possible! Maar we vergeten een eenvoudig, maar belangrijk
detail: het leven hoeft zich voor jou niet te verantwoorden. Wat is jouw aandeel
in hoe je leven loopt? Als het leven niet loopt zoals jij wil, doe er dan iets
aan. Waar zijn al die middenvingers tegen al die moraliteit, tegen al die ideologieën,
tegen al die profeten? Waarvan de geschiedenis ons alleen maar leert hoe
tijdelijk en vluchtig die allen zijn. Het leven stelt je voor de vraag: Op wie
wil jij nog indruk maken?
In dat opzicht duwt de
coronacrisis ons collectief in dat existentiële vraagstuk. Wie ben ik als ik
niemand om me heen heb. Overgeleverd aan digitale kanalen om zichtbaar te zijn
voor de anderen. En wat laat je dan zien? Wie je echt bent? Er wacht ons een
moeizaam maatschappelijk ontwaken eenmaal deze quarantaine achter de rug zal
zijn. Hoe gaan we daar mee om, als wie we de afgelopen maanden waren ook plots
weer moet zijn wie we echt zijn, of willen zijn, of kunnen zijn eenmaal onze samenleving
zich weer op gang trekt. Of wordt niets nog ooit hetzelfde hierna?
Het is een verplichte
contemplatie voor elk van ons. Niet ‘Wat leer ik hier uit?’ maar, ‘Wil ik hier
iets uit leren of niet?’. Een collega van mij die over een onuitputbare bron
van positieve energie lijkt te beschikken, moedigde me aan om daar mee aan de
slag te gaan: “Het is tijd voor reflectie: wat belangrijk is,
wat teveel was ervoor, wat te weinig was ervoor...” Ik verzekerde haar
dat ik me net omwille van de surrealiteit van de situatie, nu niet ga wagen aan
het ontwerpen van nieuwe rituelen in mijn leven. Want hoe weet ik in hemelsnaam
in welke wereld we straks allemaal voorzichtig, met dichtgeknepen ogen tegen
het zonlicht in naar buiten stappen.
Op mijn
twitterfeed passeert ondertussen een filmpje dat Madonna de wereld instuurde.
De 61-jarige Queen of Pop zit helemaal naakt in haar bad dat met melkwit water
is gevuld en mijmert luidop: “The great thing about this outbreak, is
that it made us all equal.” Los van feit dat dat uiteraard klinkklare onzin is,
kan ik alleen maar bedenken: Liefste Madonna, …. op wie wil jij in hemelsnaam nog
indruk maken? Zucht.
Abonneren op:
Posts (Atom)