Wat als je plots
de keuze kreeg? Hier is de kans, begin maar een nieuw leven. Een nieuwe stad,
een nieuwe thuis, een nieuwe partner,… en allemaal zoals jij je ze ooit
droomde. Het enige wat je moet doen, is alles achterlaten wat je nu hebt: je
oude stad, je oude thuis, je oude partner… alles waarmee je ondertussen
genoegen wist te nemen. Niet omdat je ongelukkig bent, gewoon omdat het ook
anders kan.
Hoe lang behoort
die keuze enkel aan jou toe? Durf je voor jezelf te beslissen of doen anderen
dat? Soms is het eenvoudiger dat de keuze verdwijnt, dan te moeten kiezen. Wat
zou je doen, als je niet bang was? Bang om dingen achter te laten, bang om
mensen te kwetsen, bang om egoïstisch te zijn.
We hebben namelijk
geleerd dat het lelijk is om egoïstisch te zijn, dat je moet rekening houden
met de mensen die deel uitmaken van je leven. Maar is dat wel zo? Waarom
dwingen we onszelf om rekenschap te geven voor wie we zijn en wat we willen? “You come in on your own and you leave on your own”, zong een jonge Richard Ashcroft
ooit. Helemaal alleen, jouw tijd, jouw beurt, zoals de
priester in “Synecdoche, New York” zo mooi zegt:
“Your fate is what you
create. Your time on earth is a fraction of a fraction of a second, and all we
do while we’re alive is wait in vain. So you spend your life in vague regret or
vague hope for something to come along. And for just as long we’re pretending
to be ok, just to get along. Everybody in their own misery. Well…fuck
everybody. Amen.”
Fuck iedereen. Zonder onderscheid. Fuck je partner,
fuck je kinderen, fuck je familie en vrienden, fuck je baas,… Waarom wachten?
“The Time is always Now”
staat er in witte grafitti op een zwarte gevel in Soho, NY.
Nu. Hier. Ik. De pijlers
van existentie. De ultieme vrijheid, de
ultieme zelfbeschikking. Alleen ik ben verantwoordelijk voor mijn keuzes.
Alleen ik ben verantwoordelijk voor mijn leven. Maar in hoeverre is onze
samenleving net opgebouwd om deze ultieme rationele eenzaamheid te verdrijven
uit angst voor de emotionele eenzaamheid van hen die de kracht niet hebben om
alleen te zijn. We verbinden ons lot
voortdurend aan andere mensen, van het ogenblik van onze geboorte tot de
koffietafel na de dood. Je hoort niet alleen te zijn en je moet rekening houden
met anderen. En daarmee wordt onze keuze ongedaan gemaakt. De mens is een dier
geleid door zijn emoties, niet door zijn vernuft. We hebben ons instinct
vervangen door onze moraal. Het is niet wat je denkt te moeten doen. Het is wat
je hoort te doen. Alle slapeloze nachten en alle hartzeer ten spijt.
Is de keuze dan
een illusie? Telkens we de keuze krijgen, creëren we immers een parallel
universum dat per definitie enkel in hypothese bestaat: “Wat als?”. De boutade
“Kiezen is verliezen”, wordt daardoor opgeheven. Wat je niet hebt, kan je niet
missen. We zijn veroordeeld tot één realiteit, en hoezeer we dromen en
fantaseren over “Wat als…”, het laat ons nooit toe om op te houden met de
realiteit waarin we existeren. Pas na de keuze kan je je realiteit definiëren,
nooit op voorhand. Daarom kan geen enkel alternatief ooit de uitweg bieden uit
het leven waarin je leeft. Het kan enkel je omgevingsfactoren wijzigen. In die
nieuwe stad, in je nieuwe thuis, bij je nieuwe partner je opnieuw afvragen “Wat
als…”. Je kreeg geen antwoord op je vraag. Je stelt ze enkel vanuit een andere
zetel. In je nieuwe leven, na je keuze,
ben je opnieuw alleen.
En toch, diep
vanbinnen zijn we romantici. Wat als we konden vluchten? Alles achterlaten, gewoon
voor het avontuur. Voor de vrijheid. Voor de liefde.
Voor de liefde…