donderdag 30 maart 2023

Endymion

Als we het verdwalen in begoocheld dromen met waarheid moeten bekopen,
laat het dan niet om het vergankelijk verlopen van genegenheid zijn, het hopen. 
Verhaast verleerden wij de liefde, te vroeg, mismeesterd door onberadenheid van jeugd.
Thans enkel in eeuwigheid van schoonheid, wist Keats, bekomt men eeuwigheid in deugd.

Wat een weg we gaan, deze dagen voelen lang, belast onder oneindig hervattend verdriet:
“Ze gaat heus niet opnieuw weg. Niet opnieuw. Deze keer niet. Deze keer niet …”
Dwalend om rust onder de wakende maan, zoekend in schimmen te mogen verzinken,
er is geen tijdloze dag zonder tijdloze nacht waarin Endymions treurzang zal klinken:

“Selene, nachtelijke reisgezel, in mijn rustende armen ontvang ik jou:    
in duister telkens mijn vuur, mijn beproeving telkens bij dauw.
Nu, in onbeduidende ochtendlucht omheen mijn lippen, begint het mij te dagen;

ik kan van het minnen geen nieuw afscheid meer verdragen.
Dus dompel mij in eeuwig slapen, verlos mij van volgend ontwaken,
dit volstaat: sluimeren en weten; haar lippen die opnieuw de mijne zullen raken.”

dinsdag 28 maart 2023

Houtskool

We hebben niet eens gevochten.
Het waren korte, vervlochten
nachten. Eén onder deken,
gescheiden door de harde houtskoollijnen
van jouw zachte lichaam tegen het mijne.
Als gevangen in Lindberghs lens,
elk weerszijde zijn eigen grens:
clair-obscuur.
Jij, in onrust, ommuurd in duister.
Ik, in dageraad, in licht...

...in dit gedicht.

donderdag 23 maart 2023

Magnolia

Magnoliameisje
knipoogt naar de lente
in haar vluchtig beknopte
bloeien,
in de schaduw van het hellend
omhelzen
van Thessaloniki.
Kijk naar het zuiden. Zie je
waar Zephyr Aphrodite vond
in golven van deze zeeën?
Laat mij daar mijn kleine oorlog voeren.
Ik vlecht mijn schild van lindehout.
In haar warme adem strijd ik om jouw naam.
Tedere Helena.

dinsdag 21 maart 2023

Puur

‘Ik zie je’, fluister je in zachtblauwe middagwoorden,
je legt je bloemrankharen in mijn schoot.  Er zit
vinnig kobalt in hoe je kijkt, als je het bladgoud
van mijn handen op je lenden toont. Onbevangen,

door niets dan zonlicht aangekleed, verken je mijn
schaamteloze dagdromen; golf je elegant rondom
mijn afgevuurde verzen. Waar wij elkaar raken, versmelten
wij, vergrijpen ons aan zinnen van onze zinnelijkheid.

Je spreidt je vervoering, verwijdt mijn einders
langsheen de loodlijnen van je hals, snijdt de barok
uit mijn verzuchten. Je bent puur. Reik je handen

naar wat wij straks morgen noemen. Wentel
en omwentel mij. Laat dit gewelf, als in een hemelbed
dat ons verbergt, onze eerste lente zijn.

 


 

maandag 20 maart 2023

Untold Stories

Misschien was het de vlam van de kaars
of danste jij toch doorheen de kamer,
terwijl wij op witte muren,
confessies van DeConinck schilderden.
Schenk de wijn, mijn lief, de ochtend leidt
ons naar ons bed. Achter glas verstilt de wereld, kijk,
wij zijn licht en wij zijn donker. Waar zij aan zijde,
in zwartwit vertaalde verzen,
jouw onsterfelijkheid ontwaken zal.
Dageraadvrouw, over wie ik waak
terwijl, in slaap, ik in jouw armen val.

maandag 13 maart 2023

Pygmalion

Galatea, ik was je ongeschonden ivoren huid, vlei vederlicht
mijn vingers langs zachte lijnen van je ranke lijf,
langs je dromerige blik waarin ik verblijf,
leg mij weemoedig neer aan jouw goddelijk gezicht.

Galatea, er is geen andere vrouw dan jij. Bij nacht
in mijn ongedurig waken zie ik enkel jouw gelaat.
Verbreek de stilte die achter je koude lippen verborgen gaat,
spreek de warme woorden waar ik zo naar smacht.

Aphrodite, aanhoor mijn koortsig geprevelde gebeden,
aanvaard mijn offer van mirte en rozen.
Ik heb openlijk uw meesterschap over mijn hart reeds beleden.

Ontwaak, Galatea, voed je aan mijn adem van het oeverloze.  
Stap voorzichtig van je voetstuk naar beneden,
daal af in mijn kus, laat je elpenwitte lichaam blozen.