woensdag 4 augustus 2021

Misschien Morgen

Er zijn zo van die dagen. Vandaag is er zo eentje. Gisteren ook. Eergisteren ook. Dagen die beginnen en eindigen zonder dat er iets gebeurt. Zonder dat ik iets doe. Letterlijk. Opstaan. Koffietje maken. In de zetel hangen. Beetje klooien op laptop en smartphone. Even naar de winkel. Stukje wandelen. Iets eten. Glaasje drinken. Weer wat klooien op laptop en smartphone. Serie bingen of films kijken. Twee minuten piano spelen. En dan ergens in de diepe uren van de nacht in bed kruipen en verveeld zitten met al die tijd die ik aan nuttiger of creatiever dingen had kunnen besteden. Ik had kunnen lezen. Schrijven. Muziek spelen. Mijn fotoboek kunnen afwerken. Schoolwerk doen. Er zitten collega’s te wachten op mijn output. Het is altijd zo geweest. Als de deadline dwingend wordt, werk ik het best. Ik ben lui. Maar ik vind het nog leuk lui. Niet pathologisch, onverzorgd, vadsig lui. In het Engels bestaat er een mooi woord voor. Being idle. Het heeft dezelfde stam als ijdel. Maar zoals in ijdele tijd. Idle laat zich moeilijk vertalen. Ook Google worstelt er mee: inactief, nutteloos, vrij, lui, traag, nietsdoend, lichthartig, luivaardig, ….

Luivaardig.  Dat bevalt me wel. De vaardigheid van het lui zijn. De kunst van nietsdoend leven. Er zit overal romantiek in, remember. Toch vreet het ook aan me. “Otioso in otio animus nescit quid velit.” De geest die onbezet is, weet niet wat hij wil. Quintus Ennius wist het al meer dan 23 eeuwen geleden. Zoekend leven. Het leven uitstellen op zoek naar het leven. Paradoxaal genoeg. Het is meer dan gewoon lui zijn. Het is dwingender. Er ligt een angst aan de basis van het uitstellen. Weigeren om je geest te engageren. “An idle man’s brain is the devil’s workshop.”, zo wisten de 17de-eeuwse  puriteinen en calvinisten bij monde van John Bunyan. Als we ons niet toeleggen op het nuttige en devote, zal het kwade met suggesties komen. Vertaal ‘het kwade’ naar Netflix, Instagram, Facebook, Twitter, … ze wenken verleidelijk van zodra ze merken dat er ruimte voor afleiding is. En die ruimte is er vaak. Te vaak. Soms gun ik het hen allemaal tegelijk: film kijken terwijl je door je social media scrollt, liggend in de zetel ondertussen ook wat ideeën neerpennend in een van mijn schriftjes en hap nemen van de pizza die op de salontafel ligt. Geen fraai plaatje. Maar er zit een existentiële rust in het moment. Achteraf komt de wroeging pas. Op het moment zelf is er altijd nog tijd om later de dingen te doen die je zou moeten of kunnen doen. Procrastinatie heet dat. In het Latijn letterlijk “voor-morgen”. Charles Dickens noemde procrastinatie de “thief of time”. Na het uitstellen is er niets veranderd. Er is alleen tijd verdwenen. Moderne Instagram-denkers vergelijken uitstelgedrag met een kredietkaart: “a lot of fun, until you get the bill.”

Mijn luiigheid, mijn idleness, mijn procrastinatie. Ze staan nochtans zo in contrast met mijn overtuiging van hoe vluchtig en kort het leven is. We hebben maar één korte beurt en nu moet het gebeuren. De eindeloze zelfontplooiing in de eindige tijd. Waarom heb ik dan geen haast? Er zijn nog zo veel dingen die mij leuk lijken om te doen. Ik had de afgelopen 3 dagen helemaal voor mezelf en wat heb ik er voor te tonen? Er was geen deadline, dus niets moest. Misschien is het tijd om het woord deadline wat letterlijker beginnen te vertalen. De doodlijn. Dan moet alles klaar zijn. En die datum is niet geprikt. Geen ping in de digitale agenda als herinnering. Het leven uitstellen is leven in de illusie van de onsterfelijkheid. Er is nog tijd. Er is altijd nog tijd. Tot er geen tijd meer is.

Op hun album “Don’t Believe the Truth” (oh, ironie) namen de jongens van Oasis ook het nummer “The Importance of Being Idle” op. Het belang van idle te zijn. Noel Gallagher zingt: But I don’t mind. As long as there's a bed beneath the stars that shine. I'll be fine, if you give me a minute. A man's got a limit. I can't get a life if my heart's not in it.

Zou de verklaring zo eenvoudig zijn? Al die dagen dat de tijd voorbij kruipt, dat ik haar de vrije loop gun. Gewoon omdat er niets is dat ik echt ter harte neem. Het lezen. Het schrijven. Het musiceren. Het schoolwerk. My heart’s not in it. Als je hart met andere dingen bezig is, wijkt al de rest. Om te werken moet je hart leeg zijn. Dat maakt alvast de cirkel rond. Ovidius, de Romeinse dichter, bracht de twee ook al samen. “Qui finem quaeris amoris; res age, tutus eris.” Zij die een einde aan liefde willen maken: Aan het werk! Dan zal je veilig zijn…

Er zijn zo van die dagen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten