woensdag 5 mei 2021

Uit Marmer

 Het is weer gebeurd. Ik kan het niet helpen. Het is sterker dan mezelf. Deze keer hadden ze me niet eens geprovoceerd. Ik was hen aan het lesgeven over de kenmerken van de renaissancekunst. We hadden samen nog meewarig zitten lachen met het ongeïnspireerde, dysmorfe, theocentrische middeleeuwse Maria met Kind van Duccio. Om hen de evolutie naar het realisme en idealisme van de renaissancekunst te illustreren, vuurde ik daarna Botticelli, Raphael en Michelangelo op hen af. De geboorte van Venus. De sensualiteit en vrouwelijke zachtheid van Venus in contrast met de stugge vormeloze Maria. De perfect gebalanceerde pastelkleuren in plaats van het schreeuwerige bladgoud. De harmonie en rust die de Venus van Botticelli en de David van Michelangelo belichamen, hoewel zij in de meest traumatische ervaringen van hun bestaan zijn uitgebeeld. Venus die aan land komt, casual, in contrapost, op een gigantische geopende schelp, alsof ze er op elk ogenblik kan van af stappen. Geboren uit het schuim van de zee dat opkolkte nadat Kronos het afgesneden geslacht van zijn gecastreerde vader Uranos in de zee had gegooid. Venus is een en al beminnelijkheid zoals ze dromerig door Zephyr naar land wordt geblazen. Van de traumatisch goddelijke castratie is geen spoor. 

Geboorte van Venus - Botticelli

Hetzelfde met Michelangelo’s David. De man staat ontspannen, opnieuw in contrapost, wat in de verte te dromen. Zijn rechterarm naast zijn lichaam rustend. Zijn linkerhand rustend op zijn linkerschouder. In zijn hand zie je nog de slinger waarmee de jongeman zonet de Filistijnse reus Goliath heeft gedood. Volgens de overlevering had de jonge herder maar 1 welgemikte steen nodig tussen de ogen van de gigant om hem te vellen. Hij zou daarna het hoofd van het lichaam snijden met Goliaths eigen zwaard. Michelangelo gunde David zijn moment van harmonieuze mindfulness toen hij hem vereeuwigde in het witte marmer. “Ik zag een engel in het marmer en ik beeldhouwde tot ik hem bevrijdde.”

Mijn leerlingen knikten. Ze zagen het. Ze begrepen het concept harmonie. Ze zagen de balans. De rust. Bij de volgende dia liep het fout. Het is een detail van de rechterhand van David. De dia zit in de les als illustratie voor het anatomische meesterschap, de evolutie naar idealisme en realisme in de beeldende kunst. Michelangelo voorzag Davids rechterhand van pezen en aders die dik bovenop de rug van de afhangende hand lopen. Je kan Davids vingernagels onderscheiden van hun nagelbed. Elke nagel voorzien van een nagelriem. “De nagelriem. Zie je dat?”, vraag ik dwingend. “Dat is marmer hé. Dit beeld is begonnen als een blok steen.” Hun reactie is me te matig. Misschien verwacht ik me nog elke keer aan “oooohs” en “aaahs” en “Ongelooflijk!”. Tevergeefs. Ik richtte me opnieuw tot hen en moedigde hen aan om de verwondering in zichzelf aan te boren. Dit werd tenslotte gemaakt door een mens. Meer dan 500 jaar geleden. Dit is de reden waarom we allemaal onze eigen menselijkheid moeten naar de grenzen duwen. Genialiteit zit vervat in het menselijke potentieel. “Het beeld zit al in de steen.” zei Michelangelo, “Beeldhouwen is gemakkelijk. Je gaat gewoon tot op de huid, en dan stop je.” En hoe vuriger mijn pleidooi werd, hoe groter de afstand tot de weifelende blikken van mijn leerlingen leek te worden. Sommigen onder hen begonnen, met nog vijf minuten op de klok, alvast wat op te ruimen. 

En dan gebeurt het. Elke keer. Dan zie ik niet meer mijn lieve leerlingen voor mijn neus, maar de vertegenwoordigers van die generatie waar ik zo bang van ben. De lege generatie die niet met open mond naar het renaissancemarmer staart, maar wel extatisch wordt van een kunstmatig gesponsorde instagrampost van een van hun influencerhelden die met een potlood doorheen hun wenkbrauw de hele mode-industrie op hun kop hebben gezet. Hoe zij als jongvolwassenen niet ontroerd zijn door de onsterfelijkheid van eeuwenoude meesters, maar wel beroerd worden door een van elke woordenschat verstoken verbale oorlog tussen twee vloggers. Ik onthoud hen de tirade niet. Ik daag hen uit om hun gouden Jenner en Kardashian Kalveren ter slachtbank te voeren.
Ze staren me aan. Klaar om recht te springen. Geen revolte. Geen ovatie. Gewoon de schoolbel die hen zal bevrijden. Maar ik ben gewapend. Ik heb nog De Gesluierde Maagd van Strazza uit de Risorgimento klaarzitten voor volgende les. Als ik er in elke klas ééntje kan bereiken, is mijn opdracht volbracht. Eentje die de bel niet hoort. Eentje die later in Firenze zal terugdenken aan de dia’s uit de geschiedenisles. Lesgeven is beeldhouwen. Zij zijn de steen. De kunstwerken zitten er in. Ik zit gewoon nog niet op de huid.


 

2 opmerkingen: