vrijdag 6 april 2012

Koffie en schuimgebak

Waar houden we ons toch zo aan vast?
De afgelopen dagen ben ik ontzettend vaak geconfronteerd met die vreemde behoefte die mensen hebben om zich vast te houden aan iets of iemand. Dan bedoel niet het fysiek omarmen, maar de onzichtbare, ingebeelde band die we menen te moeten voorzien met figuren rondom ons.

Het begon allemaal toen ik deze week de legendarische Sonia Barend haar verhaal zag doen op tv. Nu ze sinds een lange periode van het scherm is verdwenen, heeft een documentairemaker de toestemming gekregen om haar 'verhaal' in beeld te brengen. In dat, wat moet heten, aangrijpend portret biecht ze op dat alles wat ze in haar leven heeft betracht te bereiken, steeds in teken stond van de strijd om de waardering van de vader die ze nooit gekend heeft. De arme man stierf in Auschwitz en zag zijn kleine dochtertje nooit. Een onzichtbare figuur die haar vanop één enkele foto, haar hele leven lang, heeft in de gaten gehouden. 
Gegijzeld door een verleden waar ze geen deel van uitmaakte. En daar ben ik nog steeds niet uit. Hoe kan je je ene leven dat je krijgt, zo ten dienste stellen van een schim, een zucht uit het verleden? 
Vasthouden, noem ik dat. Het viel me dan ook zwaar, dat goede oude Sonja wat verderop in het programma een lans brak voor links Nederland, door Geert Wilders te beschrijven als iets 'onbegrijpelijks', terwijl die volgens mij, in sé, hetzelfde doet als zij: vasthouden aan wat we bang zijn te verliezen. 

Het deed me uiteraard nadenken over mijn eigen route in mijn overigens zeer bescheiden levenswandel. Al snel kwam ik tot de conclusie dat vele van mijn recente ergernissen over mensen in mijn directe omgeving op datzelfde neerkomen: mensen die zich wanhopig proberen vast te klampen aan iets. Mensen die proberen om zich op te dringen in de levens van anderen om toch maar door iemand een rol van betekenis te krijgen toegeschreven, zodat ze zich daaraan kunnen vasthouden. Mensen die zo alleen zijn dat ze het niet meer beseffen en zich omringen met een benauwend gevoel van 'samenzijn' om de leegte in hun eigen leven niet te moeten zien en in hun wanhoop net mensen van zich wegduwen omdat ze in een soort van egocentrisch universum de controle willen houden over een fictieve realiteit van koffie en schuimgebak.

Door omstandigheden kwam er dan nog eens bij dat ik gedwongen werd om na te denken in hoeverre ik zal verankerd zijn in de wereld waarin ik zal hebben geleefd. En daaruit volgde de existentiële vraag: 

"Is het wel nodig om verbonden te zijn met andere mensen?" 

Op grote schaal, bedoel ik dan: verbonden met stamvaders en grootouders? Verbonden met de mensen van wie je een genetisch product bent? Verbonden met generaties die zullen volgen lang nadat je weg bent? Verbonden met de natie waarin je leefde? Verbonden met mensen die hun primaire behoeftes op dezelfde werkplaats als jij proberen te vervullen?
Rationeel gezien is het antwoord eenvoudig: "Tuurlijk niet." En toch lijkt het de voornaamste bezigheid van onze generatie. Het befaamde sociale netwerk en liefst in combinatie met het huisje, tuintje, boompje, kindje, pampertje, pretparkbezoekje, hondje, katje, goudvisje, echtscheidingetje, koffie en schuimgebak.

Ik droom ervan om weg te gaan. Écht weg te gaan. Wat houdt ons hier? Deze zomer ga ik op verkenning en als ik een leuke plek vind,... zeg me nu eens heel eerlijk: waarom zouden we ons dan moeten vasthouden? Voorlopig doe ik nog wel even mee, maandag komen de jongens van't werk allemaal op bezoek, dat wordt sowieso gezellig! Morgen nog wat inkopen gaan doen... Geen koffie en schuimgebak! Wijn en leuke hapjes!


Geen opmerkingen:

Een reactie posten