zondag 18 december 2022

Wenteltrap

De dag wacht met haar hartslag tot jij bent opgestaan.
Jij, naakt, in mijn kleren, je armen als ranken
geslingerd rond mijn trap die jou, in zachthouten klanken,
neerwaarts wentelt, terwijl je dromerig blijft staan.

Je streelt geruisloos langs boekenruggen die aan
je voeten liggen, schuifelend alsof je over zandbanken
in warme zeeën waadt waarvan golven jou bedanken
door bladzijde na bladzijde, jouw getijde om te slaan.

Ontleen mij vandaag, lees me en verdwaal.
Je mag hier zonder schoenen lopen.
Ik maak een plekje hier bij de haard,

waar jij kan blijven en waar ons verhaal,  
woord aan woord bijeen gekropen,
haar zoekend hart bedaart.