donderdag 15 december 2022

Kaars

Juist als ik denk dat ik je vind, begint het
kwijtraken weer, in het verloren lopen
tussen ongemaaide woordenvelden die wij
alweer vergeten zijn te oogsten.

Mijn schouderblad vangt ruis in het omkijken
naar je afwezigheid en het grijpen
daarnaar, het vasthouden
aan verdwenen, lege handen.

Doorstappen, doorheen dit gemis
dat ik met het bitter
van aarde doorploeg.

Een deur stroef in de hengsels,
onder het kapelpuntdak waar
ik dan toch een kaars mag branden.


(naar Juist als ik denk (...) van Eva Gerlach, stijloefening, schrijfatelier 15/12/22)