3.
“Laat me je toekomst lezen.
Geef me je hand en stel je vraag aan mij.
Ik weet wat er echt gebeuren zal, heus,
daarom heet het waar-zeggerij.”
Hij spreekt: “Zal zij er zijn? Morgen? Is ze morgen weer bij mij? ”
“Ik zie dauw en dennen en de dageraad
die om ontwaken smeekt,
en lente en kruinen en ochtendglas
dat zachtjes zonlicht breekt.
Ik zie vier armen, in slaap nog verstrengeld,
één voet,
wat verloren, maar thuis,
die vanonder het laken steekt.”
(Marathonatelier - Cyclus)