donderdag 8 augustus 2024

Dat ik je missen kan

Wat ben ik blij
dat ik je missen kan,
in deze gaard van appelaars
om jou bloos en dan
doordrongen
mijn voorhoofd aan het jouwe leggen kan
zoals jij doet
wanneer wij samen ontwaken.
Wat ben ik blij
dat ik je missen kan,
vertrek is geen vertrek
dat geen weerzien meer verzint,
zoals elke reis bij thuiskomst pas begint,
zoals afstand warm wordt
wanneer ze vraagt om jou weer aan te raken.
Wat ben ik blij
dat ik je missen kan,
daar bouw ik dan verhalen van
zo maar, op een zondagochtend
als jouw arm omheen mijn schouders fluistert
en ik dat,
dromend in boomgaarden in ons bed,
met jou beleven kan.