Dit is mijn idee
van de hemel.
De verboden woorden die ik jaren niet
hoorde,
van mijn lippen naar de jouwe.
Je zit schrijlings, jouw schoot over mijn schoot,
je rug geëtst als de loodlijn van onze liefde.
We verwortelen in de woorden die je leest,
het boek ademt bij je borsten.
Het is Rijneveld die ons Kierkegaard spreekt:
“Als men geheel binnengetreden is in
het rijk der liefde,
wordt de wereld – hoe onvolkomen ook – rijk en schoon,
want zij bestaat uit niets dan gelegenheden lief te hebben.”
en dat doen wij dan ook gewoon, onverkort:
onbelemmerd leven
en als vorsten,
bouwen wij daar en dan ons eigen warmtefort.