Donderdag bliksemt me plots in
mijn pas,
alsof ik tegen een onzichtbare
muur aan loop.
Ik voel hoe de lucht van de woonkamer
tranen tussen mijn wimpers penseelt,
als zij, zichzelf de kruk op hijst,
haar vrolijke vingertoppen tot muzieknoten
maakt
en dan, alsof het niets betekent,
een allegro van Diabelli speelt.