woensdag 17 januari 2024

Brug

Uit duister dwarrelen ijskristallen.
Waar ze vallen, wissen ze
waar we net nog stonden uit.
Voor mij spreidt het laken zich,
krakend tapijt, neergelegd zonder geluid,
als onhoorbaar neergeschreven woorden.
Het is een vluchtige brug, die van ondiepe sporen,
er zit haast in haar onherroepelijk smelten.
Als ik mijn handen reik, verdwijnt de sneeuw,
als een lege belofte,
nog voor ik je stem weer hoorde.