donderdag 19 december 2024

Omgevouwen

In winter zit vuur;
in kaarsen, in de haard,
in het branden van onze  wangen.
Haar voeten liggen in de woonkamer,
overheen mijn benen en verlangen,
over mijn gedachten nog het meest.
Ik vind het mooi zoals ze geeuwt als ze boeken leest.
Zij heeft bij mij
een hoekje van het blad omgevouwen
om bij te houden.