In de gewonde
handen en voeten
zijn resten van
eerdere wonden
(voor ze genezen konden) gekorst
als zwarte
amandelbast,
getuige genoeg -
hoe de nagel doorheen
de man
tot bij God sloeg.
De doornenkroon (geweldig
idee!)
de dodensteek (de
gewelddadigheid, neen)
doorboren de man
alleen.
Ik zag ze zo vaak
geschilderd:
dezelfde
verwonding,
die staat van bewijs
– ecce signum,
datzelfde trieste
gelaat.
Ik vergat ze allemaal.
O Theodoric, onschuld
en onwetendheid zijn mijn fout,
en toch zijn ze de
jouwe.
Zo rouwen.
En dit voor altijd nu onthouden.
(vertaling van Ecce Homo, Gregory Corso, bij schilderij van Theodoric)