Ze stuiterde in schokgolven
rond me heen, wervelend in het
licht dat uit haar ogen scheen;
ze activeerde me en lachte:
“Waar in jou,
op welke plaats,
begint elke nieuwe gedachte?”
Haar verdergaan
galmde na, door langverlaten gangen waarin,
fluisterend, uitgestorven stemmen
verleden tijd probeerden vangen.
Ze hoorde niet meer hoe ik zei:
“Er is een plek, diep in mij,
waar sinds jaren niemand binnendringt,
omheind, door onvermoeibaar staal omringd.
De plek waar toch die traan ontspringt
telkens ik hoor
hoe verwoestend mooi Michael Edward Mills
de harmonieën
in ‘Find
the River’zingt.”