Ik
herinner mij momenten die
wij nooit hebben gehad:
hoe wij elkaar
lazen in het vallen
van avonden
dakterrassen hoog boven onze wereldstad,
in elkaars omhelzen gevangen:
je rug genesteld tegen mijn hart.
“Ik wil je nu niet aankijken,”
verdween je in mijn armen,
“ik geniet zo veel van het verlangen.”