Vandaag zag ik een dame vechten
tegen alle elementen en een halve kilo zwaartekracht.
Je lacht, maar
weinig houd ik vast,
(mijn stuur toen ik haar zag)
zoals zij, twee vuisten, aan haar volgeladen winkelkar.
Een stormram, zij,
die een storm temmen kan,
die de zondvloed keren doet,
die de ringweg over moet.
Een welbespaakte fietser duikt op uit de gracht
Zij sluist haar ogen fijn;
die gaat zijn peren zien.
Ze stooft op rozenrode sloffen
Poire Belle Hélène.