Niets is ouder dan de stenen die onze benen dragen.
De wegen waar mijn stad zal wachten.
Hoe aarde onze naam zal vragen,
als wij uit ravenzwarte klei ons eigen nest betrachten.
Niets is ouder dan het vuur dat ik ontstak.
Hoe in duister, maanlicht ons omarmt.
Kaarslicht dat mijn schaduw tekent.
Tweelingvlam die mij verwarmt.
Niets is ouder dan de traan, zout op mijn lippen.
Het water dat mij voeden moet.
In spiegel golf aan golf gekluisterd zolang
in ons de storm nog woedt.
Niets is ouder dan de adem, in gefluister.
Lucht en leven in jouw woorden.
Zie, zacht verzuchte zonsopgang, dat
Aphrodite ons verhoorde.
Niets is ouder dan jouw huid op de mijne.
Wat overwint zondvloed en getijde?
Wat overwint elk gemis?
Dat er liefde is,
dat er liefde is...
Jij bent er.
Dat er liefde is.
(Inzending Julia Tulkensprijs 2021)