Voel jij dat ook? Hoe de tijd
vertraagt? Hoe we tot tijd worden gedwongen? Hoe we terugkijken op vier weken
traagheid en vooruitkijken naar evenveel weken oneindigheid. We durven nog niet
denken aan de ‘en wat dan?’. Wat als de lockdown wordt opgeheven? Helemaal. Dat
het weer mag allemaal. Dat het weer kan. Dat we ons schoorvoetend van achter
onze deuren met voorzichtige stappen op straat begeven. Onze ouders opnieuw
opzoeken. Onze vrienden opnieuw uitnodigen. Onze collega’s opnieuw begroeten.
Onwennig in wat ooit zo vertrouwd was. Alsof we elkaar opnieuw voor de eerste
keer tegenkomen. Voorzichtig. Omzichtig. Het nieuwe ontmoeten met oude
vrienden. Wie durft als eerste iemand opnieuw als vanouds begroeten? Wie heeft
het lef om met open armen op iemand toe te stappen om dan niet teleurgesteld de
armen te laten zakken als dat vertrouwde lijf plots terugdeinst. Het trauma nog
niet verwerkt. De nieuwe reflexen te sterk geconditioneerd. De contactarmoede
geïnstitutionaliseerd.
Ik zie het zo gebeuren. Onze
samenleving die in twee groepen scheurt. Een nieuwe segregatie. Enerzijds de
mensen die na het opheffen van de quarantaine het fysiek contact met hun
medemensen weer opnemen, uitgehongerd, verlangend, …. de Aanrakers. Anderzijds
zij die getraumatiseerd door de pandemie de smetvrees als het nieuwe normaal
hebben aanvaard en fysiek contact als instinctief gaan schuwen, bang, zij
hebben de dood gezien, … de Afblijvers. Twee groepen die elkaars tegengestelde
zullen blijken. We zijn allemaal in onze bubbel gedwongen. Achter
teddybeervensters, mondmaskers, anderhalvemeterlijnen en webcamaperitieven.
Voor de één een gevangenschap, voor de ander een haven van zelfbeschikking.
Maar van zodra de cocon opengaat, zal je moeten kiezen en dan kan je maar best
hopen dat je bubbelgenoten in dezelfde groep blijken te zitten. Gaan Afblijvers
aan hun Aanrakerspartner vragen om ’s avonds verslag uit te brengen van wie ze
allemaal geknufffeld, begroet en gezoend hebben? Om zeker te zijn? Om thuis de
social distancing toch maar te herstellen? Kunnen we nog allemaal dezelfde
cafés bezoeken als er wrevel ontstaat over de fysieke nabijheid van onze
disgenoten? Speelt de slimme herbergier daar op in door aparte Aanrakers- en
Afblijversavonden te organiseren?
Ik neem me voor om dapper het kamp
van de Aanrakers te vervoegen. Met alle risico’s vandien. Niemand wil zijn
opengespreide armen uit angst gemeden zien worden. Niemand wil de pijn
ondergaan om zijn opengestelde deur door zijn gasten te zien voorbijgewandeld
worden. Leven op twee snelheden. Warmte en kilte. Toekomst en verleden. Liefde
en angst. Leven en dood. Het lijken de decors van een donkere dystopie. Een
stad der zienden en een stad der blinden, gevangen in één boek. Een wereld voor
en een wereld na. De nieuwe nostalgie zal als een splijtzwam de meningen
verdelen.
Willen we terug naar vroeger? Vroeger
was het toch beter, toen we elkaar als natuurlijk in de armen sloten, zuchtten
de neo-romantici. Maar zij worden door de nieuwe orde het zwijgen opgelegd: wat
er ook van zij, we kunnen niet terug naar vroeger. Vroeger is voorbij.