Brussels Airport - Terminal B. Gate 37. Over
een goed half uur mogen we aan boord gaan van het vliegtuig. Ik zit nog wat suf
in de steriele wachtzone, tussen een bijzondere verzameling van medemigranten.
Als een soort vlucht exotische trekvogels. De luchthaven is elke keer opnieuw
zo een plaats waar je wordt geconfronteerd met de meest bizarre verzameling
mensen die je op zo een beperkte oppervlakte kan tegenkomen.
Het palet aan verschillende culturen is
tegelijk fascinerend en bevreemdend. Ik haastte me net nog om een kleine omweg
te maken, om niet te moeten wachten achter een gezelschap van luid fluimende
Aziaten en lijk nu te zijn binnengewandeld in een terminal in New Delhi. Op de
mechanische loopbanden, horizontale roltrappen zijn het eigenlijk, worden we bovendien
voorbijgestoken door een zwaarlijvige jongen van Chassidische Joodse overtuiging;
uitgedost in vol ornaat. De lange zwarte jas, hoge hoed op zijn keppeltje en
twee dikke blonde papilotten aan zijn oren. Tussen de gates waggelen opvallend
veel Indische vrouwen. Niet opvallend veel, maar opvallend waggelend. Ik stel
me meteen de vraag of waggelen cultuurgebonden is.
Mijn metgezel kijkt nog steeds de Joodse jongen
na, verbaasd dat mensen zich nog zo kleden. Ik merk op dat zijn bijzondere
outfit niet veel anders is dan de kleurrijke gewaden van onze vele Indische
medereizigers. Alleen is zijn outfit misschien enkel religieus geïnspireerd.
Vreemd eigenlijk dat er in de 21ste eeuw nog steeds mensen een hoed
en jas nodig hebben om hun spirituele rust te vinden. Het lijkt me sterk dat er
een godheid zou zijn die zijn volgelingen uitkiest op basis van een dresscode.
Aan de gate aangekomen begint de jongen aan
zijn bidritueel. Hij haalt één arm uit zijn jas, stop een blokje onder zijn arm
en windt een lange dunne riem om zijn ontblote arm heen. Onder zijn hoed en
keppel, bindt hij een ander blokje dat op zijn voorhoofd rust. Hij is zich erg
bewust van de weinig spirituele omgeving van de vlieghaventerminal, maar begint
ongestoord te schommelen. Een tienermeisje heeft het hele omkleedritueel zitten
aanschouwen en verhuist nu met een angstig gezicht naar een lege stoel naast
haar mama. Ik kijk mijn ogen uit. Een grote glazen bokaal, gevuld met alle
uitersten van menselijke cultuur. De Indische oma rechts van me, geeft me
ongewild te veel inkijk in haar kleurrijke, doch sobere outfit. Ze had
duidelijk op beter weer gerekend.
Ondertussen stijgt het Bollywoodgehalte met de
minuut. We vliegen nochtans de andere kant op, naar New York. Een vlucht van
ongeveer 8 uur. Ik ben nu al bang dat we curry krijgen onderweg…